Doorgaan naar hoofdcontent

Methodologie

Fysiotherapeutische Testen

Methodologie
Kwantificeren van de waarde van een diagnostische test


De belangrijkste methodologische termen op rij + Kwantificeren van de waarde van een diagnostische test .

Validiteit:  Men meet werkelijk wat men meten wil.

Sensitiviteit:
Is het percentage terecht positieve uitslagen onder de zieke personen. Het is de verhouding tussen het aantal personen dat positief scoort en bij wie de door de test onderzochte ziekte daadwerkelijk aanwezig is, en het totaal van alle onderzochte personen met de ziekte (inclusief het aantal personen dat negatief scoort en bij wie de ziekte toch aanwezig is). Het is dus een maat voor de gevoeligheid van de test voor de onderzochte ziekte. Hoe hoger de sensitiviteit van een test, hoe groter de kans dat iemand die daadwerkelijk de ziekte heeft, een positieve testuitslag krijgt.

Specificiteit:
Een test kan een hoge sensitiviteit (gevoeligheid) hebben, maar vaak vals alarm slaan. De test moet ook specifiek zijn, dat wil zeggen zo veel mogelijk positieve uitslag geven bij de door de test onderzochte ziekte, en zo weinig mogelijk bij afwezigheid van de geteste ziekte. Een ideale test zou een sensitiviteit van 100% moeten hebben (bij alle ziektegevallen is de test positief) en ook een specificiteit van 100% (als de ziekte afwezig is, is de test negatief). Deze 100% accurate test wordt de 'Gouden Standaard' genoemd.

Positief voorspellende waarde:
Mate van waarschijnlijkheid van de correcte diagnose

Negatief voorspellende waarde:
Mate van waarschijnlijkheid van het uitsluiten

Prevalentie van ziekte: 
voorspellende waarde positieve test = proportie zieken onder de personen met een positieve test

Prevalentie van niet-ziekte:
Voorspellende waarde negatieve test = proportie niet-zieken onder de personen met een negatieve test

Vul de blauwe vakken in:

Methodologie Methodologie, Kwantificeren van onderzoek.


TEST / ONDERZOEK
Arthroscopie c.q. gouden standaard

Fysiotherapeutische test



Positief Negatief Totaal
Positief A B E (A + B)
Negatief C D F (C + D)

G (A + C) H (B + D) I (E + F)+ (G + H)





TEST / ONDERZOEK
Arthroscopie c.q. gouden standaard

Fysiotherapeutische test



Positief Negatief Totaal
Positief
Negatief






Sensitiviteit
Se
Specificiteit
Sp
Fout positief
FP
Fout negatief
FN
Positief voorspellende waarde
VW+
Negatief voorspellende waarde
VW-
Positieve likelihood ratio (LR+)
LR+
Negatieve likelihood ratio (LR-)
LR-
Prevalentie van ziekte
PZ
Prevalentie van niet-ziekte
PNZ





Sensitiviteit Se A / G

Specificiteit Sp D / H

Fout positief FP B / H

Fout negatief FN C / G

Positief voorspellende waarde VW+ A / E

Negatief voorspellende waarde VW- D / F

Positieve likelihood ratio LR+ Se / (1 - Sp)

Negatieve likelihood ratio LR- (1 - Se) / Sp

Prevalentie van ziekte PZ G / I

Prevalentie van niet-ziekte PNZ H / I



Fysioapps 2015


Populaire posts van deze blog

Capsulaire Patronen/ MLPP/ MCPP

Fysio-Motion Capsulaire Patronen/ MLPP/ MCPP Capsulaire patronen: Onder een capsulair patroon wordt verstaan: een voor ieder gewricht kenmerkende volgorde van (al of niet pijnlijke) bewegingsbeperkingen die ontstaan bij irritatie van het totale gewrichtskapsel, zoals bij artritis of artrose. (De meest beperkte beweging wordt eerst genoemd.) Maximally loose-packed position = MLPP: de ruststand van het gewricht, waarbij de spierspanning en bindweefselspanning minimaal is. Dit is de meest mobiele positie die mogelijk is. Maximally close-packed position = MCPP: de vergrendelstand van het gewricht, waarbij de spierspanning en de bindweefselspanning maximaal is. Het gewricht staat dan ‘op slot’, in zijn meest stabiele positie. Cervicaal Capsulair patroon:  extensie/ rotatie en lateroflexie / flexie Lumbaal Capsulair patroon:   extensie en lateroflexie in gelijke mate / flexie Schouder Capsulair Patroon : exorotatie> abductie> endorotatie Schouder

Klein Nieuwenhuyse test

Fysiotherapeutische Testen Klein Nieuwenhuyse test ( VBI-test) Uitsluiten van een mogelijk probleem met de arterie vertebralis, in de cervicale wervelkolom. Dit is een premanipulatieve test, dit houdt in dat deze test wordt uitgevoerd voordat er een mobilisatie/manipulatie van de CWK in de eindgrens uitgevoerd wordt, voor veiligheid van de patiënt. Uitgangshouding patiënt: in ruglig  Uitgangshouding therapeut: aan het hoofdeinde of aan de zijkant van de patiënt. Het  hoofd en de nek van de patiënt worden in extensie en rotatie gebracht door de therapeut. De therapeut houdt deze uitgangshouding minimaal 30 seconden vast. Let er hierbij op dat bij een linkse rotatie de doorlaatbaarheid van de rechtse a. vertebralis wordt getest. De linkse arterie wordt namelijk afgesloten, er wordt gekeken of de andere arterie (in dit geval de rechtse) voldoende doorlaatbaar is om de functie over nemen. Volgens Hutting  2012: Specificiteit: 0,67-1,00/ Sensitiviteit: NVT

Kennspieren

Fysio-Nerve Kennspieren C1 mm. rectus capitis anterior en lateralis C2 m. obliquus capitis superior, m. rectus capitis posterior minor en major; m. sternocleidomastoideus C3 m. trapezius pars descendens, m. levator scapulae C4 diafragma, m. trapezius, mm. rhomboidei C5 m. deltoideus, m. supraspinatus C6 Musculus biceps brachii, m. extensor carpi radialis C7 m. triceps brachii caput longum, m. flexor carpi radialis, m. opponens pollicis C8 m. adductor pollicis, m. abductor digiti minimi, m. extensor pollicis, mm. flexor en extensor carpi ulnaris Th1 mm. interossei palmares en dorsales, m. adductor digiti minimi Th2-Th12 mm. intercostales externus en internus L2 m. iliopsoas, mm. adductores, m. rectus femoris, m. vastus medialis L3 m. quadriceps femoris L4 m. tibialis anterior L5 m. gluteus medius, m. extensor hallucis longis, m. extensor digitorum brevis S1 m. triceps surae; mm. peronei S2 m. gluteus maximus Terug n