Doorgaan naar hoofdcontent

Nekoefeningen Houding

NEKOEFENINGEN
Houdingsoefeningen


4.1. Zitten

  1. De beste zithouding is ook een bewegelijke zithouding. Een zithouding die verandert van houding. Ofwel verander uw houding elke 10-15 minuten! Kleine veranderingen zorgen al voor grote verschillen! 
  2. Houd uw beide voeten op de grond, ofwel sla de benen niet over elkaar. 
  3. Uw heupen moeten iets hoger uitkomen dan uw knieën. Met als gevolg dat uw benen iets naar beneden hellen.
  4. Voorkom een ingezakte houding. Steek uw hoofd niet te ver naar voren, zorg ervoor dat uw hoofd in lijn is met uw nek en de rest van de wervelkolom. 
  5. Houd uw schouderbladen naar achter/ elkaar getrokken. Denk als het ware dat u een pen moet vasthouden tussen uw schouderbladen. De spieren tussen de schouderbladen moeten dus actief zijn. Breng uw schouders ook niet omhoog, maar houdt deze ontspannen omlaag. (oef 4.2) 
  6. Uw rug heeft van nature verschillende curves. In de onderrug is deze licht gehold. Het teveel hollen of bollen van de onderrug kan slecht voor de druk op uw gewrichten. Kantel uw bekken dusdanig dat u recht zit en focus op een ‘neutrale’ holling van de onderrug. Vraag uw therapeut voor meer advies hierover. 
  7. Zorg ervoor dat u uw buikspieren actief houdt, dit houdt in dat u de buikspieren licht aanspant.  Het goed gebruiken van de buikspieren is essentieel voor een gezonde rug! Vraag uw therapeut voor meer advies hierover. 



4.2. Strekken borstkas met naar buiten draaien armen
Uitgangshouding:

Ga ontspannen zitten. Zet de ellebogen in de zij met 90 graden gebogen ellebogen. Hou de duimen omhoog.
Uitvoering:
Draai de hand zodat de duimen naar buiten wijzen. Beweeg dan in de richting van de duimen de handen naar achteren en zorg dat de ellebogen in de zij blijven.
Ga daarna weer terug naar de begin positie.
Doel oefening:
Verbeteren van het strekken van de borstkas.


Nekklachten of nekpijn wordt in veel gevallen veroorzaakt door te weinig beweging en/ of een verkeerde houding.
Mobiliseren HOS
Het is bij nekklachten belangrijk om uw nek in beweging te houden.
Wanneer u beweegt, is het belangrijk dat u dit doet binnen uw pijngrens. Bijvoorbeeld door rustig de oefeningen van de gratis App " Nekoefeningen"  (FysioApps) uit te voeren in playstore of hieronder door te lezen voor de oefeningen.

Het doel van de nekoefeningen is om de pijn te verminderen en uw nek weer soepel te kunnen bewegen.
Begin de oefeningen vanuit een ontspannen houding. Probeer te voelen wat er gebeurt, wat er beweegt, waar uw spieren aanspannen en waar niet. In het begin zijn de oefeningen misschien lastig of moeilijk uit te voeren. Probeer door te zetten, u wordt er voor beloond. U zult merken dat de pijn afneemt en dat uw spieren sterker worden.
U kunt deze oefeningen het best regelmatig, maar kortdurend uitvoeren: dagelijks 4 tot 6 keer. Beweeg bij het doen van de oefeningen tot de pijngrens en ga er niet overheen. Voer de oefeningen rustig uit. Belangrijk is dat u blijft doorademen. Concentreer op uw bewegingen en ademhaling.

Als de pijn blijft of zelfs toeneemt, raadpleeg dan uw fysiotherapeut of huisarts!

Als u eenmaal geen nekklachten meer heeft, dan is een goede houding belangrijk om herhaling van pijn te voorkomen. Het is belangrijk dat u in beweging blijft. De oefeningen kunnen ook preventief gebruikt worden.
FB:        Facebook.com/FysioApps
TW:       Twitter.com/fysioapps
YT:        YouTube


Populaire posts van deze blog

Capsulaire Patronen/ MLPP/ MCPP

Fysio-Motion Capsulaire Patronen/ MLPP/ MCPP Capsulaire patronen: Onder een capsulair patroon wordt verstaan: een voor ieder gewricht kenmerkende volgorde van (al of niet pijnlijke) bewegingsbeperkingen die ontstaan bij irritatie van het totale gewrichtskapsel, zoals bij artritis of artrose. (De meest beperkte beweging wordt eerst genoemd.) Maximally loose-packed position = MLPP: de ruststand van het gewricht, waarbij de spierspanning en bindweefselspanning minimaal is. Dit is de meest mobiele positie die mogelijk is. Maximally close-packed position = MCPP: de vergrendelstand van het gewricht, waarbij de spierspanning en de bindweefselspanning maximaal is. Het gewricht staat dan ‘op slot’, in zijn meest stabiele positie. Cervicaal Capsulair patroon:  extensie/ rotatie en lateroflexie / flexie Lumbaal Capsulair patroon:   extensie en lateroflexie in gelijke mate / flexie Schouder Capsulair Patroon : exorotatie> abductie> endorotatie Schouder

Test van Slump

Fysiotherapeutische Testen Test van Slump Uitvoering: • Zitten op de tafel de onderzoeker staat achter de persoon; • Breng de handen achter op de rug en laat ze ze vasthouden; • Onderuit gaan zitten (flexie thoracaal en lumbaal); • Plaats je bovenarmen (ellebogen) op de schouders en breng de TWK en LWK verder in flexie: het sacrum blijft verticaal; • De onderzoeker voert passieve flexie van de heup met gestrekt been uit • Deze test wordt zoveel links als rechts uitgevoerd. Doel van het onderzoek:  Extra rek van de dura mater en de zenuwwortels van L4 tot en met S2. De test is positief indien de zenuwwortel-compressie verschijnselen optreden. Note:  Met een score variërend van 0.14 tot 0.87 is er een matige score met betrekking tot de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, hierdoor is het moeilijk te bepalen of verschillende fysiotherapeuten tot dezelfde testuitslagen zullen komen. Er is eveneens nog geen eenduidigheid over de positieve symptomen.

Klein Nieuwenhuyse test

Fysiotherapeutische Testen Klein Nieuwenhuyse test ( VBI-test) Uitsluiten van een mogelijk probleem met de arterie vertebralis, in de cervicale wervelkolom. Dit is een premanipulatieve test, dit houdt in dat deze test wordt uitgevoerd voordat er een mobilisatie/manipulatie van de CWK in de eindgrens uitgevoerd wordt, voor veiligheid van de patiënt. Uitgangshouding patiënt: in ruglig  Uitgangshouding therapeut: aan het hoofdeinde of aan de zijkant van de patiënt. Het  hoofd en de nek van de patiënt worden in extensie en rotatie gebracht door de therapeut. De therapeut houdt deze uitgangshouding minimaal 30 seconden vast. Let er hierbij op dat bij een linkse rotatie de doorlaatbaarheid van de rechtse a. vertebralis wordt getest. De linkse arterie wordt namelijk afgesloten, er wordt gekeken of de andere arterie (in dit geval de rechtse) voldoende doorlaatbaar is om de functie over nemen. Volgens Hutting  2012: Specificiteit: 0,67-1,00/ Sensitiviteit: NVT